Filmmaker en beeldend kunstenaar Hannie van den Bergh onderzoekt en verbeeldt, met de middelen van de kunst, onze verhouding tot de hedendaagse en toekomstige samenleving. Zij zoekt naar verbindingen tussen verschillende kennisgebieden, waarbij ze het meer-dan-menselijk perspectief omarmt. Haar werk speelt zich af op het kruispunt van kunst, wetenschap en maatschappij.

Ze is opgeleid aan de Rietveld Academie Amsterdam en heeft een Master Kunsteducatie afgerond aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU). In co-regie met Jan van den Berg maakte zij de prijswinnende films Higgs, naar het hart van de verbeelding en Neutrino, de dichter onder de elementaire deeltjes: de première van de film Higgs vond plaats op het IDFA, de film Neutrino werd in de Nederlandse filmtheaters vertoond en ging op tournee in Japan.

Daarnaast is zij als gastdocent werkzaam bij de HKU, Rietveld Academie Amsterdam, Academie voor Dans en  Theater Amsterdam (ADT), Universiteit Twente (UT) en Universiteit Utrecht (UU).


tekst over het werk van Hannie van den Bergh

Uitnodigen en uitwisselen: De praktijken van Hannie van den Bergh

Door Laura van den Bergh

In de lichte studio van Hannie van den Bergh ligt alles geordend. Hoewel verre van strakgetrokken, ademt de behaaglijke ruimte een sfeer van regelmaat en structuur – een gevoel dat alleen ontstaat als de voorwerpen die erin staan met aandacht een plek of leefruimte toegewezen hebben gekregen. Er staan hoge stellingkasten langs de wand, met daarin grote bakken die gelabeld zijn met witte etiketjes. Boeken en folders liggen in stapeltjes gesorteerd, op tafel ligt een wit vel papier met een aantal stenen erop gerangschikt. ‘Ik ben constant dingen aan het ordenen’, vertelt Van den Bergh. ‘Ik doe het liefst van alles naast elkaar, maar altijd netjes geordend. In mijn studio, in mijn computer – overal bewaar ik stapels, dozen en mappen, die ik steeds opnieuw rangschik en herorden.’ Processen van ordenen en herordenen zijn kenmerkend voor Van den Berghs praktijk, die er veelal op gericht is om de grenzen tussen afgebakende hokjes en afzonderlijke disciplines te vervagen en te overbruggen. Overeenkomstig stromen haar werkzaamheden meerdere richtingen op – naast het onderhouden van een artistieke praktijk is Van den Bergh ook werkzaam als grafisch ontwerper, educator en onderzoeker. De rode draad is een constante beweging richting het creëren van animerende ruimtes voor uitwisseling, waarin disciplines uit de kunsten en de (natuur)wetenschappen elkaar kunnen ontmoeten in wisselende vormen en verhoudingen.

Meerstemmigheid Van den Bergh studeerde tussen 1985 en 1989 aan de Rietveld Academie, maar bracht een jaar van haar opleiding door in Milaan aan de Accademia di Brera. Hier maakte ze textiele sculpturen die ze presenteerde in grote kasten en kisten die bezoekers open en dicht konden maken. ‘Het ging erom dat mensen het werk niet alleen zouden bekijken, maar het ook konden voelen’, vertelt Van den Bergh. ‘Ik hou van die tactiliteit, om samen vorm te geven aan het werk. Wie ben ik om de uiteindelijke vorm van het werk te definiëren?’ Naar aanleiding van deze sculpturen kreeg Van den Bergh het advies om onderzoek te gaan doen in Japan, waar ze in 2004 drie maanden lang een residency deed in Tokyo. Het vormde het startpunt voor een langdurige culturele uitwisseling met de Japanse cultuur. In die periode verdiept Van den Bergh zich, zowel in haar grafische als in haar artistieke praktijk, in de structuren die ontstaan waar een gedeelde taal niet de basis vormt voor menselijke interactie. Tijdens haar verblijf in Tokyo, de grootste stad ter wereld waar de straten geen naam hebben en waar ze geen referentiepunten had, raakt Van den Bergh geïnteresseerd in het belang en de potentie van een universele beeldtaal en taaloverstijgende communicatievormen. Deze interesse sijpelt ook door in haar grafische ontwerppraktijk, waarin ze ernaar streeft iconen en infographics te ontwerpen die voor iedereen leesbaar zijn –

zonder dat er woorden aan te pas komen. Na deze aanvankelijke ontmoeting met de cultuur keert Van den Bergh tussen 2011 en 2017 meermaals terug naar Japan voor verschillende residencies. In 2013 is ze medeoprichter van het residencyprogramma Deshima Air voor Japanse kunstenaars die in Amsterdam willen werken; een aantal jaar later onderzoekt ze met het uitwisselingsprogramma Edo Sanpu (2018-20) in vier kunstprojecten – trade & transport, food & table manners, language & game en knowledge & science – vanuit concrete aanknopingspunten de relatie tussen Nederland en Japan. Tussen 2018 en 2023 werkt ze samen met Jan van den Berg aan Neutrino – the poet among the elementary particles, een poëtisch-wetenschappelijke documentaire over het elementaire ‘spookdeeltje’, waarvoor ze meermaals in het Japanse mijndorp Mozumi verbleef. Zeventien jaar na haar eerste bezoek aan Tokyo bundelt Van den Bergh haar uitwisselingen met Japan en de mensen die ze er ontmoette tot het kleurrijke boek exformatie (2021). In het voorwoord schrijft ze dat ze de titel leende van Japanse ontwerper Kenya Hara, die exformatie tegenover informatie plaatst als methode om in plaats van kennis op te doen, zich er bewust van te ontdoen: It means I prefer to see the form and function of information, not in terms of ‘making (things) known’, but as a way of ‘making unknown’ again.1 Dit klinkt wellicht wat abstract, maar kan concreet ervaren worden wanneer je zonder reisgids of smartphone door een onbekende stad loopt en je zelf op zoek moet naar manieren om de ontelbare mogelijkheden te ordenen. Van den Bergh maakte van haar eerste exformatieve ontmoeting met Tokyo een deelbare ervaring door met de inwoners van de wijk Mukojima plattegronden te maken waarmee ook zij opnieuw als ‘nieuwkomer’ in hun eigen wijk konden lopen.

Nieuwsgierigheid Waar Van den Bergh aanvankelijk op zoek ging naar de universaliteit van taal, richt ze haar onderzoek inmiddels op de verschillen tussen talen en andere vormen van communicatie. ‘Ik ben steeds meer gaan inzien dat de pluriverse belangrijk is. Meerstemmigheid, het erkennen en verrijken van bestaande talen en culturen.’ Ze verwijst naar Bart van Rosmalens term onderscheidend verbinden, waarmee de nadruk wordt gelegd op de eigenheid van verschillende stemmen om tot nieuwe verbindingen te komen.2 ‘Zo wil ik ook verbinden. Een ruimte scheppen voor ontmoeting, een common ground waarop naar elkaar geluisterd kan worden en aannames worden losgelaten over wat een ander denkt.’ Het idee van aparte disciplines en de grenzen die ertussen getrokken worden heeft Van den Bergh nooit begrepen: ‘Dat begon al op de Rietveld. Destijds maakte ik ruimtelijk werk met kleur, maar toen moest ik opeens kiezen tussen schilderen en beeldhouwen; er was geen afdeling waar dat samen kon. Ik kende Jan toen al en wilde ik ook dingen doen met theater, maar daar was helemaal geen ondersteuning voor.’ Jan van den Berg, haar levenspartner met wie ze ook regelmatig samenwerkt, is theater- en documentairemaker en net als Van den Bergh zelf actief op het snijvlak van wetenschap, communicatie en kunst. Wat hen bindt is een brede nieuwsgierigheid naar onderwerpen die buiten het traditionele

domein van de kunsten liggen, de potentie van transdisciplinaire samenwerkingen en projecten die balanceren op het snijvlak van wetenschappelijk onderzoek en creativiteit. Samen werkten ze aan verschillende kunstprojecten en theatervoorstellingen, en maakten ze twee documentaires: bovengenoemde Neutrino en Higgs, into the heart of the imagination (2006-12) waarvoor ze afreisden naar CERN in Zwitserland om de nieuwsgierigheid en gedrevenheid achter de zoektocht naar het Higgs-deeltje in beeld te brengen. ‘Ik heb me nooit helemaal thuis gevoeld in de kunstwereld’, vertelt Van den Bergh. ‘Maar toen ik bij CERN kwam, dacht ik: wow! Het was een soort artist-in-residence, iedereen is er zo nieuwsgierig! Ik vind het fantastisch dat er een plek bestaat waar mensen met verschillende culturele achtergronden samenwerken om aan iets te bouwen. Dat delen, dat verbinden – dat miste ik altijd in de beeldende kunsten.’ Vanaf dat moment begint Van den Bergh deze omstandigheden na te bootsen door vergelijkbare ruimtes voor uitwisseling op te zetten. Net als in CERN staat er in zo’n ruimte vaak een specifiek doel of onderwerp centraal, zoals in de Nano Bazaar die Van den Bergh ontwikkelde in 2015 en die opende in Graz, Wroclaw en Leuven. Op deze kennismarkt werden mensen uit allerlei verschillende disciplines – wetenschappers, kunstenaars, beleidsmakers – uitgenodigd om met elkaar te discussiëren over nanotechnologieën. Met projecten als deze zet Van den Bergh de eerste stappen richting het aanwakkeren en faciliteren van creativiteit bij anderen. Met name de laatste twee jaar richt Van den Bergh zich steeds meer op haar rol als educator, het ontwikkelen en begeleiden van workshops en cursussen. ‘Als educator werk ik met vier bouwstenen – verbinden, opschudden, maken en delen. Aan de hand van deze bouwstenen wil ik een ruimte creëren waar wetenschappers en kunstenaars elkaar kunnen ontmoeten en waar ze uitgedaagd worden om te komen tot radicale verbeelding.’ Ze verwijst naar een citaat van schrijver en sociaal antropoloog Amitav Ghosh om uit te leggen waarom die radicale verbeelding belangrijk is: The climate crisis is a crisis of the imagination. ‘Volgens Ghosh ontbreekt het ons aan voorstellingsvermogen om de complexiteit en veranderingen van de klimaatcrisis te begrijpen. Om dit te ontwikkelen hebben we verbeelding nodig, radicale verbeelding. En om handelingsperspectief te bieden hebben we een makersmentaliteit nodig. Als educator probeer ik beide aan te wakkeren.’

Verbinden, opschudden, maken, delen Met haar vierdelige methode biedt Van den Bergh handvatten om de verbeeldingsspier los te masseren en te trainen. Ze brengt deze vier bouwstenen in de praktijk bij o.a. het Center for Unusual Collaboration (CUCo) in Utrecht, waar ze een serie workshops begeleidt onder de titel Embracing Multiperspectivity (2021-23), en op de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU), waar ze het seminar Rotsen is een werkwoord (2021-23) geeft over denken in deep time. Van den Bergh: ‘In die seminars probeer ik met de deelnemers grote vraagstukken handzaam te maken en ingangen te zoeken om na te denken over abstracte begrippen als de toekomst en ecologie. Ik word er heel enthousiast van, omdat er ontmoetingen tussen mensen uit hele verschillende disciplines ontstaan waarbij we samen van elkaar aan het leren zijn.’ In juni 2023 rondde Van den Bergh de Master Education in

Arts af aan de HKU met het project Werkplaats voor Radicale Verbeelding (2023). In de bijbehorende publicatie legt ze haar vierdelige methode vast en stelt ze per bouwsteen drie oefeningen voor. Terwijl ze haar rol als educator steeds verder academisch ontwikkelt, zoekt Van den Bergh in haar artistieke praktijk juist steeds meer het plezier. ‘Sinds een paar jaar teken ik weer!’, vertelt ze. ‘Ik dacht altijd dat mijn artistieke praktijk groots of belangrijk moest zijn, maar ik ben de laatste jaren steeds meer bezig met het kleine gebaar, op dit moment vooral met natuurlijke inkt en aquarel op papier.’ Voor haar onderwerpen gaat Van den Bergh naar buiten, zo reisde ze meermaals naar Finland om daar stenen en steenmassa’s te tekenen. Maar ook dichter bij huis lonkt de buitenlucht: ‘Ik ga graag naar de Oeverlanden, een stuk natuur aan de rafelranden van Amsterdam, waar veel verschillende verhaallijnen en krachten door elkaar lopen. Maar ik hou evenveel van het oerbos als van de plantjes die in de stad tussen de tegels ontspruiten.’ Van den Bergh gaat op zoek naar entiteiten die een verhaal vertellen, zoals de berg in The Living Mountain (1977) van Nan Shepherd of het korstmos in Robin Wall Kimmerers Een vlecht van heilig gras (2013). ‘Ik zie stenen als bezielde wezens met geschiedenis en probeer te ontdekken wat ze mij kunnen vertellen.’ Ze gebaart naar de stenen die nog altijd netjes gerangschikt op tafel liggen. ‘Het gaat me er niet om dat ik de ultieme steen afbeeld, ik wil juist de geschiedenissen die erin samenkomen vastleggen. Ik wil de meerstemmigheid van die ene steen zichtbaar maken – en dan een uitwisseling laten ontstaan.’

Laura van den Bergh is schrijver en eindredacteur van metropolis m

1 Kenya Hara, Designing Design, 2008, Baden, Zwitserland. Geciteerd in exformatie, 2021

2 Bart van Rosmalen, 2016, Muzische Professionalisering: publieke waarden in professioneel handelen (1ste editie), IJzer